Intussen was er ook contact gelegd met één van de tien kinderen van Herman Strategier en zijn oudste zoon was erg enthousiast over het voorgenomen project.
De dirigent had in september al verschillende aparte repetities met het orkest en de zangers gehouden. In oktober kwamen dirigent, zangers, zangeressen, orkest en organiste voor het eerst bij elkaar en dat was wel even wennen voor alle betrokkenen. Er werd intensief geoefend in de Egelantier en bij de koorleden thuis. Intussen maakten bestuur en koorleden wervende posters, informatieve programmaboekjes, entreekaarten, plannen voor een beamerprojectie van Herman Strategier in de kerk en liepen de toezeggingen van de sponsors binnen. Ook werd een persbericht naar de redactie van diverse kranten gestuurd.
Op 22 november vond de generale repetitie plaats en dat was een feest voor alle deelnemers! De akoestiek van de Remonstrantse kerk is voortreffelijk en mede daardoor werd het inzingen vóór het concert op de 24e november al meteen een succes. Ook genoten de deelnemers van de projectie op de kerkmuur met foto's en handgeschreven partituren van Strategier.
De kerk zat die dag om 15.00 uur vol met publiek inclusief ruim twintig leden van de familie Strategier plus Strategierkenner Lourens Stuifbergen. Achter de coulissen werd er druk verkleed en getoiletteerd maar vanaf de opkomst van Hoor Haar was er opperste concentratie bij de koorleden. Alles werd op alles gezet om een kroon te zetten op een jaar van intensieve voorbereiding.
Het stuk "Vander Mollenfeeste" vormde de afsluiting van het concert en het werd zelfs bijna een vrolijk feest over de dood! Michiel Strategier sprak zijn waardering uit over de muzikaliteit van alle deelnemers en de Haarlems Dagblad recensente was het roerend met hem eens. In muzikaal Haarlem zal niemand meer zeggen: "Strategier? Eh..., is daar de Gierstraat naar vernoemd?
De tekst van Vander Mollenfeeste werd in 1470 geschreven door Anthonis de Roovere. De Roovere was een metser, een metselaar of architect, in Brugge. Hij was voorman van een der Rederijkerskamers en schreef tientallen toneelstukken en gedichten. In veel gedichten neemt hij het op voor de eenvoudige, hardwerkende ambachtsman. Om het ver te schoppen in de wereld moet je kunnen paaien en pluimstrijken, schreef hij. Maar of je nu rijk en machtig bent of niet, uiteindelijk maakt het niets uit, zo blijkt uit zijn bekendste gedicht 'Van der Mollenfeeste'. Iedereen verdwijnt vroeg of laat onder de grond, en viert daar het macabere “feest van mollengijs”. ”Hoe jong, hoe knap, hoe vroom, hoe wijs jullie ook zijn”.
|